VLUCHTELEMENTEN - SCENE 1
(Er staat een doodskist met daaromheen mensen die roken en drinken.)
ANN Ze zijn weer duurder geworden he.
TON Wat?
ANN Die bokkenpoten
TON Oh? Wat dan?
ANN Ja gewoon veel duurder.
(Stilte)
ANN Denk dat ik er mee stop.
TON Mee wat?
ANN Bokkenpoten
GER Waar haal jij ze dan?
TON Ja, bij de Super Lobi.
ANN Haal jij jouw bokkenpoten bij de Super Lobi?
TON Ja wat anders
GER Ah dat verklaart ’n hoop
ANN Bij de Lucebert of de Actiemarkt?
TON Wat Ger?
GER Hu?
TON Jij zei dat verklaart ’n hoop. We verklaart dat dan?
GER Ja weet ik veel.
TON Nou ga je ’t ook zeggen Ger!
ANN Wat is ‘r mis mee haar bokkenpoten?
(De telefoon gaat.)
GER Melig.
TON Melig?
GER Ja. Gewoon beetje melig. Je proeft dat ze van de Super Lobi zijn.
TON De Super Lobi is ’n heel goeie winkel. Ze hebben al jaren achter elkaar het beste groenten en fruit van alle supermarkten.
ANN Haal jij daar jouw fruit?
TON (Tegen de telefoon.) Met mevrouw van Gorp.
ANN Ik eet geen fruit.
GER Wat geen fruit?
ANN Krijg ik bultjes van op m’n lip.
GER Eh getver
TON (Tegen de telefoon.) Oh moet dat nu gebeuren? Deze week?
ANN Daar kan ik toch niks aan doen?
TON (Tegen de telefoon.) Maar het komt effe niet uit.
ANN Dat is gewoon een alergenische reactie.
GER Allergische reactie.
ANN Ik denk dat ik gewoon hypo allergenischt ben. Fruit, honden, katten, pinda’s…
TON (Tegen ANN) Hou nou je bultjes klep dicht. (Tegen de telefoon.) Meneer luister eens. Ik kan deze week jullie gewoon niet over de vloer hebben. Het zit hier vol.
(Stilte)
TON Ja dat begrijp ik wel meneer. Maar mijn agenda laat een asbest verwijdering op dit moment niet toe.
(Stilte)
TON Oh met liefde had ik een gaatje voor u vrij gemaakt. U zou is moeten weten. Mijn part zet u heel de week een witte tent in mijn huis. Maar deze week gaat echt niet. Dinsdag ben ik helemaal beschikbaar voor u.
(Stilte)
TON (Ontploft.) Meneer er ligt deze week een lijk in mijn huis. Het kan echt even niet. Als ik de dood van m’n man nou kon plannen had ik u echt wel voorrang gegeven.
(Langere stilte)
TON Oh, dat zou fijn zijn. (Tegen zussen.) Hij gaat kijken of er andere optie is.
GER Denk jij wel aan je…
TON (Tegen de telefoon.) Pardon? Wat zegt u nu?.. U kunt er wel om heen werken.
ANN (Pakt de telefoon af.) Meneer de asbest-leier. Mijn zus heeft gisteren haar man, zonder afspraak, af moeten geven aan magere Henk.
GER Hein.
ANN U kunt toch wel begrijpen dat het huis momenteel niet beschikbaar is voor witte marsmannen die om een kop koffie zeuren met lekkere bokkenpoot van de Super Lobi. In uw systeem vindt u heus wel een manier om de afspraak te verplaatsen van vrijdag naar volgende week maandag.
TON Dinsdag! Maandag begraven we Ferd.
ANN Dinsdag. Nee doe maar woensdag! (Maant stilte. Luistert.) Uhuh…. ja… oke. Dat is goed. Dank u wel. (Hangt op.)
(Gaat zitten steekt een sigaret op.)
GER En?
ANN Ze komen woensdag…
TON Oh fijn.
ANN Deze woensdag.
GER Morgen? Jezus. Bel ze meteen terug. Zijn ze helemaal door de ratten besnuffeld.
ANN Nee Ger! Hij zei dat als er geen medewerking werd verleend ze aangifte zouden doen van het houden van asbest.
GER Wat? Is dat strafbaar dan?
ANN Denk het wel hè. Anders gaat ie toch geen aangifte doen.
TON Ik heb zin in een borrel.